8 augustus 2017
In een kromming van de Brandstraat is er rechts een zijweg die na een aarzelend begin geleidelijk breder wordt en, steeds de Genthofbeek volgend, eindigt langs de Reigersdreef. Die brede weg was ooit een private dreef en eigendom van de familie Huens die sporadisch het Genthof bewoonde. Die dreef verloor aan belang na te zijn onderbroken door de spoorwegaanleg. Op oude kaarten is duidelijk te zien dat die voormalige dreef precies in de verlenging lag van de aan de Mandekensstraat nog bestaande toegangsdreef tot het Genthof.
In 1690 stond die vroegere dreef nog niet in verbinding met de Brandstraat en daar zij ooit een 7,5 hectare groot bebost gebied begrensde, moet men aannemen dat bij het rooien van de bossen de bomen niet langs de Brandstraat, maar via het kasteel en de Mandekensstraat werden afgevoerd. Die bossen hoorden overigen bij het kasteeldomein en waren gekend met de toponiemen Veursten, Middelsten en Achtersten Heybosch. Alhoewel de bossen in 1690 reeds waren verdwenen behoorden de vrijgekomen gronden zelfs in 1775 nog steeds aan de familie Huens van het Genthof. Misschien mag uit de toponiemen en uit het feit dat men niet overging tot herbebossing worden afgeleid dat het er veeleer heidegrond was en minder geschikt voor bosbouw.
Voegen we hieraan nog toe dat zelfs midden vorige eeuw de eertijdse dreef nog niet aansloot met de Brandstraat. Toen was er even verder langs de straat nog een restant van een andere veldweg die ooit toeliet om via de Pelsput de Mandekensstraat te bereiken. Door een herverkaveling van verscheidene percelen ten noorden van de Smalbosbeek (zijbeek van de Genthofbeek) kwam die Pelsputweg in onbruik. Men begon de ondertussen ontstane nieuwe weg naast de Genthofbeek te benutten en die werd op zijn beurt door sommigen Pelsputweg genoemd.
Daar het geen zin meer heeft om voor de naam van de betrokken zijweg nog te verwijzen naar de teloorgegane dreef, menen we dat met de naam Heibos wordt verduidelijkt welke zone langs deze weg werd ontsloten.