Joz Tilley

Joz Tilley

1924 - 2000

Zjèf, we zéllen aa missen…

Het ging de laatste maanden niet zo best met Jos. Het lichaam wou niet meer mee. Het A.Z. te Jette werd een té regelmatige verblijfplaats. We voelden het aankomen, maar wilden het toch niet geloven. Zijn plaats in ons vergaderlokaal bleef sinds december 1999 leeg, maar we bleven met zijn allen hopen. Het zou uiteindelijk wel weer in orde komen… Zo dacht Jos er zelf ook nog over in de loop van de maand juli toen we hem thuis nog mochten bezoeken: “Over enkele maanden sta ik er weer…”

En dan was er zondag 6 augustus. Omstreeks de middag was er plotseling alleen nog stilte…

Toen Heemkring Ter Palen in december 1974 werd opgericht, werd Jos lid, geïnteresseerd als hij was in het verleden van zijn Buggenhout. Jos was echter te gedreven, te geïnteresseerd om enkel en alleen maar driemaandelijks een tijdschrift te lezen. In oktober 1977 behoorde hij al tot de bestuursleden. Wanneer Ter Palen een vzw werd in januari 1979 en de vereniging een duidelijker structuur kreeg, werd Jos ondervoorzitter. Dat bleef hij tot zijn overlijden: ruim éénentwintig jaar!

Het eerste tijdschriftartikel van zijn hand vinden we in het augustusnummer van 1979: een bijdrage over het K.S.A.-lokaal in onze Bosstraat. Want Jos had meer pijlen op zijn boog dan heemkunde. Jos was ook jaren actief bij het Rode Kruis en bij K.S.A. Hij was intens betrokken bij de restauratie van het K.S.A.-lokaal.

In ons tijdschrift van november 1979 had Jos zijn heemkundige roeping te pakken. Hij werd Zjèf fa Pitters Dollef: Oep sen Biggenaats en echtegwau gebeert! Hoeveel bladzijden Biggenaats heeft Jos in al die jaren bijeen gepend? De bekroning van al dat werk zag het daglicht in 1977: zijn Woordenlijst Buggenhouts dialect. Jos was er terecht heel fier op.

Jos had echter nog meer in zich. Jos tekende graag én veel. Ter gelegenheid van nieuwjaar 1984 vielen bij de leden van onze heemkring twaalf prentkaarten in de bus. Een nieuwe start… Jos tekende ruim tien jaar jaarlijks onze nieuwjaarswensen: meer dan 150 tekeningen. In hoeveel huiskamers hangt niet een van de tekeningen van Jos? Ze zullen ons blijvend herinneren aan één van zijn vele talenten.

In juli 1985 vond Ter Palen onderdak in het kasteel van Opdorp. Een nieuwe droom ging in vervulling: de uitbouw van een heemkundig museum. Jos werd onze museumconservator en duivel-doet-al op het kasteel. Hoeveel uren en dagen bracht hij er door? Niet te tellen! Het was zijn voorstel om vanaf 1996 vaste openingsdagen te creëren voor het museum. En, Jos, wees gerust: we zullen uw museum niet laten teloorgaan. Uw ziel zal er kunnen blijven ronddwalen.

En we kunnen blijven doorgaan: van mei 1984 tot februari 1994 was Jos ook nog onze secretaris; van juni 1990 tot februari 1994 onze penningmeester.
Wat gebeurt er nu met je fiets? Jos was een fietser die reed voor “Ter Palen”, zonder vet betaald contract en zonder “winterstop”. Wie in Buggenhout heeft Jos niet zien rondrijden? Altijd maar weer op weg naar inlichtingen, naar een brievenbus, naar…

Hoe vaak ben je op stap geweest met Petrus, met Jan Frans, met…?
En nu is het doek gevallen… geen applaus meer. Je zal geen toneel meer spelen of regisseren. Je zal je stem niet meer laten klinken in het kerk- of seniorenkoor… Alles verstomt…

Zjèf, Biggenaat zal aa missen!